De 32-jarige Lisette heeft al een bewogen leven achter de rug. Ondanks alle tegenslag in haar leven gaf ze de moed niet op. Ze studeerde af, vond een fijne baan en kreeg met Karin Brevoord van zorgorganisatie Jayda CC de begeleiding die ze nodig had.
“Ik had als kind een instabiele start met een langdurig depressieve en alcoholverslaafde moeder en een dominante en onvoorspelbare vader. Mijn vader, die tevens borderline had, kwam altijd laat thuis van zijn werk en dan sloeg de sfeer om. Dan was er spanning, ruzie en soms ook agressie. Mijn moeder draaide als verpleegkundige veel nachtdiensten waardoor ik me veel alleen en onveilig voelde met mijn vader in huis. Mijn broer zat overal tussen en trok zich vaak terug op zijn kamer. Er was verder niemand die er voor mij was; geen lieve buurvrouw, tante of vriendin van mijn ouders. Ik voelde me eigenlijk altijd alleen en angstig”.
“Als mijn vader thuiskwam dan moest er gelijk gegeten worden. Er werd altijd razendsnel gegeten door iedereen en vaak escaleerde de sfeer bij het verdelen van het eten al tot een ruzie. Eten zat bij ons thuis letterlijk achter slot en grendel. Er werd door mijn ouders beloond en gestraft met eten. Door mij te bedreigen of te straffen probeerden mijn ouders me dingen te laten doen zoals zij dat wilden. Zo moest ik op 12-jarige leeftijd al aan het werk. Ook toen ik wat ouder was, was de sfeer zeer grimmig. Het was thuis letterlijk en figuurlijk overleven met de onvoorspelbare agressieve buien van mijn vader en de depressiviteit en daarmee afwezigheid van mijn moeder”.
“Op de basisschool was ik niet op mijn plaats. Ik werd er gepest en had weinig vriendjes. Terugkijkend denk ik dat ik zocht naar een plek waar ik me fijn en veilig voelde. Ik wist alleen niet waar en hoe. Op mijn zevende schijn ik gezegd te hebben tegen mijn moeder dat ik dood wilde. Ik moest naar een kindertherapeut. Het probleem lag echter bij mij volgens mijn ouders…”.
Escalaties werden thuis genormaliseerd
“De escalaties thuis werden genormaliseerd: het was of een grapje van mijn vader of ik werd ervan overtuigd dat het mijn schuld was. Als jong meisje is er veelvuldig over mijn grenzen gegaan door verschillende mensen. Toen ik borsten kreeg pakte mijn opa die beet, hij zei “even voelen hoor”. Toen ik tegen mijn ouders dat ik dat niet fijn vond lachten ze en zeiden ze “gun die man zijn pleziertje”. Het heeft diepe sporen nagelaten dat er niemand was die mij beschermde.
Weggelopen van huis
“Ik vond het zo normaal dat ik mishandeld werd dat ik het midden in een wiskundeles klassikaal deelde. Het was alsof de wereld even stilstond toen ik hoorde dat niemand zich herkende in mijn verhaal. Die middag liep ik weg van huis. Mijn ouders lachten mij uit bij het weggaan. Ik ging naar één van mijn oppas adresjes en de moeder van mijn oppaskinderen belde Jeugdzorg. Die zeiden dat als mijn leven niet bedreigd werd ze niets konden doen. Zo kwam ik op straat. Op school deed ook niemand iets. Later heb ik hen nog gevraagd waarom niet. Ze zeiden dat ze toen dachten dat een ander wel hielp”.
Vier jaar lang van plek naar plek gezworven
“Ik heb vervolgens vier jaar lang van plek naar plek gezworven. Van wonen in kraakpanden tot in andere onveilige situaties. Alles om maar een dak boven mijn hoofd te hebben. Overdag zat ik op school en ’s avonds werkte ik in de horeca. Van dit geld kon ik eten en drinken kopen. Ondanks alles deed ik het goed op school al vond ik er geen aansluiting. Ik was zelfs even gestopt met school maar haalde na mijn HAVO vervolgens ook mijn VWO-diploma versneld en met goede cijfers”.
Ik wilde weg van alles en iedereen
“Na het VWO ben ik op mijn 19e naar Frankrijk gegaan. Ik wilde weg van mijn ouders, weg van alles en iedereen. Na een half jaar besloot ik terug te keren naar Nederland om er te gaan studeren. Ik ging op zoek naar een huis. Dag en nacht zocht ik naar een kamer. Toen ik deze uiteindelijk gevonden had brak er een stabielere periode in mijn leven aan. Voor het eerst had ik namelijk een eigen kamer die op slot kon. Ik had leuke huisgenoten en fijne vrienden. Eindelijk mensen die geen bedreiging voor mij waren.
Er was niemand die zich echt in mij kon verplaatsen
“Net als op de lagere en middelbare school ging het leren me op de universiteit makkelijk af. Ik haalde een bachelor en masterdiploma als stedelijk geograaf. Maar ook in mijn studietijd was er echter niemand die zich echt in mij kon verplaatsen en dat voelde soms wel eenzaam. Want het leven gaat gewoon door en emotionele beschadigingen zie je niet aan de buitenkant”.
Bewogen leven achter de rug
“Ik heb dus al een bewogen leven achter de rug en veel therapie gehad om mijn verleden een plekje te geven. Sommige trajecten hielpen me meer dan anderen. Helaas heb ik nog angsten. Ik heb nu een goede psycholoog voor het verwerken van mijn trauma’s en met Karin van Jayda CC de hulp en begeleiding die ik nodig heb. Karin is iemand die er als hulpverlener echt voor me is. Een zacht iemand met inlevingsvermogen waar ik kan en mag zijn wie ik ben. Die me begrijpt en weet wat er nodig is. Iemand die net een stapje verder denkt dan ik. Ik besef mij hierdoor des te meer dat ik eigenlijk niemand had die er ook maar een beetje voor mij als kind was”.
Veel mee- en doorgemaakt en progressie geboekt
Karin Brevoord van Jayda CC geeft aan de afgelopen twee jaar veel mee- en doorgemaakt te hebben met Lisette. “Lisette is onveilig gehecht wat haar leven beïnvloedt. Zij heeft in haar jeugd geen veiligheid in contact gekend. Bij mensen met een onveilige hechting is het belangrijk hen op die veiligheid in contact te coachen. Om hen voorbeelden aan te reiken omdat zij die veelal niet uit zichzelf kunnen halen. Lisette en ik hebben een klik met elkaar en voelen elkaar goed aan. Ze heeft zelf heel veel progressie geboekt en staat veel meer in het hier en nu met wat er is. Ze weet dat ze een eigen visie mag hebben. Dat ze bij gevoelens van angst en onveiligheid een pas op de plaats moet maken en mag gaan voelen dat ze in het hier en nu veilig is”.
Nu een goed leven
Lisette vindt dat ze een goed leven heeft nu. “Ik heb een leuke baan en doe klussen als ZZP-er, heb fijne vrienden en een eigen huisje. Ik ben dankbaar dat het zo goed met me gaat. Het voelt fijn dat ik mijn grenzen nu beter durf aan te geven en mijn kwetsbaarheid kan uiten. Af en toe heb ik nog angsten of komen er nare herinneringen naar boven. Ik heb soms weinig houvast in mezelf. Dan is het fijn om te weten dat ik met Karin kan praten, dat zij mij echt begrijpt en er voor mij is”.
Geschreven door Michel van Elck
(i.v.m. privacy-redenen is gebruik gemaakt van een gefingeerde naam)